Vandaag in de krant:
In ons land zijn 660 inbrekersbendes gekend. En elke dag krijgen gemiddeld 87 Vlaamse gezinnen te maken met een woninginbraak. Dat zijn per dag 28 gevallen méér dan 10 jaar geleden.
Woninginbraken zitten weer in de lift, hoewel alle politiezones er de hoogste prioriteit van maken, privéfirma’s goed samenwerken met agenten én de overheid beveiliging stimuleert door fiscale aftrek. Professor Brice De Ruyver (UGent) ziet maar één verklaring: buitenlandse dievenbendes die vrij hun gang kunnen blijven gaan. 660 groepen werden er volgens de recentste gegevens geïdentificeerd. “Ondanks alle inspanningen kampen we nog steeds met hoge inbraakcijfers: enkel en alleen omdat de criminele druk van Oost-Europese dadergroeperingen zo hoog blijft”, zegt hij. “Ze lopen dan wel geregeld tegen de lamp, maar daar maken ze zich niet druk in. Een paar maanden in de cel en dan worden ze weer vrijgelaten, in de hoop dat ze naar hun proces komen. Dat doen ze natuurlijk niet. En voor elke crimineel die zo geklist wordt, staan er in landen zoals Roemenië, Albanië, Bulgarije, Moldavië en het voormalige Joegoslavië weer tien anderen te trappelen om naar hier te komen.”In de landen van herkomst is de motivatie om deze dievenbendes aan banden te leggen en in eigen land te bestraffen niet bijster hoog. “Daarom moet Europa veel strenger zijn op dit soort zaken. Als ik zie hoe strikt Europa zich opstelt voor de Grieken en hun financiën dan zie ik niet in waarom ze niet even dwingend zijn voor alle Europese landen en kandidaat-lidstaten wat betreft informatie-uitwisseling en bereidheid om criminelen te bestraffen. Pas dan zouden onze statistieken een forse duik nemen.”